Bestuurlijke hoofdlijnen
Bij de behandeling van de kadernota 2024-2027 (hierna: kadernota) worden nieuwe beleidsvoorstellen integraal afgewogen, waarmee we de basis leggen voor de meerjarenbegroting 2024-2027.
Bij deze kadernota wordt uitgegaan van de financiële situatie zoals weergegeven in 1e voortgangsrapportage 2023. De ontwikkelingen in de kadernota leiden tot een structureel nadelig begrotingssaldo. In deze kadernota zijn we daarom terughoudend met het voorstellen van actualisatie bestaand beleid en nieuw beleid die leiden tot structurele lasten. Tegelijkertijd bevinden we ons aan het begin van deze collegeperiode, waarbij een coalitieakkoord en collegeprogramma zijn opgesteld met grote ambities. Tevens blijven we bouwen aan een robuuste organisatie.
Het beleid en de financiën worden beïnvloed door (autonome) mondiale en binnenlandse maatschappelijke ontwikkelingen. Zo zijn de gevolgen van de oorlog in Oekraïne nog dagelijks merkbaar. Vluchtelingen uit Oekraïne bieden wij al meer dan een jaar een veilig onderkomen. Ook zijn de prijzen van energie, (schaarse) materialen en levensonderhoud sinds het uitbreken van de oorlog sterk gestegen. De inflatie is al geruime tijd hoog, met sterk gestegen loonkosten door cao-ontwikkelingen voor de gemeentelijke organisatie en verbonden partijen als gevolg. Ook de stijgende kosten voor jeugdzorg en Wmo maken het lastig om tot een sluitende begroting te komen.
Er is nog steeds sprake van krapte op de arbeidsmarkt, wat de ambtelijke capaciteit en de gemeentelijke dienstverlening onder druk zet. Daarnaast hebben we te maken met een grote mate van financiële onzekerheid en onduidelijkheid op de langere termijn. De opschalingskorting binnen het Gemeentefonds, de veranderingen van de financieringssystematiek van de Algemene Uitkering en de ontwikkeling van de inflatie zijn van invloed op de financiële positie van de gemeente en het negatieve resultaat dat het meerjarenperspectief van deze kadernota laat zien.
Compensatie van het Rijk via de Algemene Uitkering is van cruciaal belang om de gemeentelijke financiën op orde te kunnen houden. Het is echter nog onduidelijk in welke mate het Rijk op de korte termijn tegemoet zal komen aan dit compensatievraagstuk. De meicirculaire 2023 geeft ons hier meer duidelijkheid over. Het is reëel te veronderstellen dat de compensatie onvoldoende gaat zijn, waardoor er bij de meerjarenbegroting ombuigingsvoorstellen en aanpassingen in de fasering van beleid nodig zullen zijn om een structureel sluitende begroting aan te kunnen bieden.